Leuke biljart weetjes
55 + Biljarters!!
Met mij is totaal niets aan de hand .
Ik ben nog fit van lijf en verstand.
Wel wat last van mijn heup en knie,
Als ik buk omdat ik de bal niet goed zie.
Ook heb ik last van mijn ogen,
Ze zijn nog goed heb ik vaak gelogen.
afstoot is te hard, mijn spanning te Hoog:
Maar ik ben nog Fantastisch…..zo op het oog.
Met de steunzolen die ik heb gekregen
Ren ik om het biljart, het is een zegen.
Soms gebruik ik een tabletje om in slaap te komen
En over de laatst gespeelde partij te dromen.
Mijn geheugen is niet meer wat het was.
Vaak ben ik vergeten wat ik gisteren over biljarten las.
Mijn adem is wat korter,mijn keel vaak erg droog:
Maar ik ben nog fantastisch…...zo op het oog.
Soms denk ik terug over mijn jeugdige jaren.
Wilde ik een goede keu, dan moest ik daar lang voor sparen.
Ik biljartte en biljartte, uren achtereen
Ik kende geen moeheid, naar het scheen.
Nu ik wat ouder word, moet ik vanwege mijn hart.
Wat langzamer lopen rond het biljart.
Doe maar op je gemak, zei de cardioloog:
Je doet het nog fantastisch…..zo op het oog
Allemachtig, wat is het leven prachtig.
Ik blijf biljarten, al word ik tachtig.
Al liggen mijn tanden in een glas
Mijn bril op tafel, 't gehoorapparaat in mijn tas,
De steunzolen naast mijn bed op de stoel;
Het doet niets af, voor wat ik voor biljarten voel.
Trek niets in twijfel, zei de pedagoog:
U bent nog fantastisch…..zo op het oog.
Als gij met een nieuwen partner speelt, verklaar dan altijd, dat Ge sedert zes jaar geen keu in de hand hebt gehad.
Biljarttypetjes:
Het is merkwaardig hoeveel verschillende types zich rond de biljarttafels bevinden.
Het is interessant hen gade te slaan.
Een mens is een gecompliceerd wezen. Iedereen is anders en dat komt tot uiting in de dingen die hij doet.
Niemand ontkomt daaraan.
Een biljarter dus ook niet. Lees onderstaand over de Denker, de Zwaaier, de Beuker, de Pechvogel, de Mazzelaar en de Sfinx.
Eén daarvan is: DE DENKER.
Hij staat niet onmiddellijk op van zijn stoel als zijn tegenstander heeft gemist.
Hij verheft zich langzaam van zijn stoel.
Er wacht hem een belangrijke opgave. Met afgemeten stappen begeeft hij zich naar de tafel en overziet het strijdperk.
Hij bekijkt de situatie van alle kanten. Gaat eens hier, dan daar staan, in gepeins verzonken.
Hij denkt en rekent.
Zij tegenstander heeft intussen inwendig al een levendige discussie met Onze Lieve Heer gehad en is geneigd de DENKER papier, potlood en een computertje aan te bieden.
De DENKER is zich van dit alles niets bewust.
De wedstrijdleider is inmiddels in alle staten.
Hij gaat fiks achterlopen op zijn schema. Intussen is de DENKER tot een besluit gekomen.
Iedereen zucht hoorbaar.
Nu gaat hij eindelijk beginnen ! Als u dat denkt bent u er naast. De DENKER legt aan ……….. Onmiskenbaar met een zekere elegantie. Weloverwogen wordt de keu een tiental malen heen en weer bewogen. Zijn tegenstander wordt volledig uit zijn ritme gehaald en de wedstrijdleider loopt rood aan.
Maar de omstanders, zich niet bewust van de zorgen van de wedstrijdleider, kijken ademloos toe.
Dat moet wel een exceptioneel mooie carambole worden ! De stilte wordt verstoord door de afstoot. Een grandioze misser !
De bal gaat alle kanten uit behalve de goede. De berekeningen hebben gefaald.
Mistroostig zoekt de DENKER zijn stoel weer op.
In een vlot tempo maakt zijn tegenstander de partij uit en laat de DENKER met een miserabele score verbijsterd op zijn stoel achter.
Biljarten is een vrij ongevaarlijke sport. Vrij ongevaarlijk. Want hoed u voor:
DE ZWAAIER.
Hij is een verdienstelijk speler. Dat wel.
Hij heeft echter een vreemde gewoonte.
Normaal wordt het biljartspel met drie ballen gespeeld, dat weet iedereen.
Behalve de Zwaaier.
Hij meent, neen, hij is ervan overtuigd dat zijn keu onverbrekelijk verbonden is met het lot van de ballen.
Een soort vierde partner dus. Zijn keu volgt de ballen, begeleidt ze.
Dat zou nog allemaal niet zo erg zijn, ware het niet dat een keu een stevig massief stuk hout is met een zwaar onderstuk.
De Zwaaier, die geheel in zijn spel opgaat, heeft daar helemaal geen weet meer van.
Als u een dergelijk type tegenkomt, raad ik u aan een flink eind uit zijn buurt te blijven.
Als hij de speelbal naar links wil dirigeren, gaat zijn keu met een flinke zwaai naar rechts.
Wee degene, die daar toevallig staat ! Moet de speelbal naar rechts, dan zou de keu naar links moeten.
Maar daar staat hijzelf ! Na langdurige oefening heeft hij daar een oplossing voor gevonden.
Hij springt naar links om zichzelf tegen de voortstormende keu te beschermen.
Maar het ergste komt nog.
Wanneer u en ik, geen Zwaaiers zijnde, de keu achter de rug moeten brengen, dan levert dat geen problemen op.
Een stapje opzij en met de rechterhand achter de rug het ondereinde van de keu pakken.
De meest efficiënte en energiebesparende methode.
Niet aldus de Zwaaier !
Hij pakt plompverloren het ondereind van de keu en met een niets ontziende zwaai brengt hij de keu achter zijn rug.
Ieder die zich in een straal van zo’n drie meter in zijn nabijheid bevindt, moet zich ijlings uit de voeten maken om van een flinke optater gevrijwaard te blijven.
Ziet u, dat er toch nog types zijn, die het blazoen van de veilige biljartsport besmeuren ?
Volgens mij is hij van beroep vlaggenseiner bij de marine geweest.
Over zijn favoriete sport in zijn jonge jaren heb ik nog mijn twijfels.
Discuswerper of kogelslingeraar ?
Bent u bekomen van de schrik, veroorzaakt door het optreden van de Zwaaier ? Ik hoop het.
Maar u bent nu gewaarschuwd.
Toch is er nog een ander type waarvoor u moet uitkijken. Dan heb ik ze wel gehad, de types die onze sport onveilig maken.
De nog volgenden zullen u geen haar op het hoofd krenken. Degene die ik nu ga beschrijven is robuust en vastbesloten.
Het is moeilijk een Nederlandse beschrijving van hem te geven. De Duitsers hebben daar zo’n treffende uitdrukking voor.
Een “rücksichtslose Draufgänger”.
Het is: DE BEUKER.
Als het zijn beurt is twijfelt hij geen ogenblik. Energiek en met vaste tred gaat hij naar de tafel met een verbeten trek op z’n gezicht en een uitdrukking van : “Ik zal jullie wel eens even krijgen !”.
In tegenstelling tot De DENKER heeft hij de situatie in één oogopslag overzien.
Aanleggen doet hij nauwelijks.
Met een daverende klap komt zijn keu tegen de bal. Ik houd mijn hart vast !
Als zo’n bal een levend wezen was, zou er stellig een hartverscheurende kreet door de zaal klinken.
Maar de BEUKER heeft gevoel noch mededogen.
Genadeloos jaagt hij de ballen over het laken.
Hij kan nauwelijks wachten tot de ballen stil liggen, zo groot is zijn dadendrang.
Meedogenloos gaat hij verder.
Als raketten vliegen de ballen rond. Hun kreten zijn reeds lang verstomd.
De klap op de vuurpijl komt echter als bij zijn volgende, met tomeloos geweld uitgevoerde stoot, één der ballen als een afgevuurde kanonskogel uit het biljart springt.
En een biljartbal is hard, keihard. Minstens zo hard als een hockeybal !
En al zal hij dan wel niet zo hoog springen dat hij uw oog bereikt, er zijn nog vele andere kwetsbare delen op het lichaam van een niets vermoedende arbiter die toevallig in de baan van de springende bal staat.
Als de BEUKER bezig is, bedenk dan dat u te maken heeft met één van de zeldzame types die het predikaat veilige biljartsport aan zijn laars lapt.
Zijn vroegere beroep heeft hij mij nooit verteld. Wel zei hij mij, dat hij in zijn jonge jaren een fanatiek IJshockeyer was !
Brrr, ik huiver nog van het geweld dat de ZWAAIER en de BEUKER ontketend hebben.
Maar wees gerust.
Ik vertelde al dat deze twee uitzonderingen zijn op het grote aantal beoefenaars van onze geliefde sport.
Het type dat ik u nu ga voorstellen is van een heel ander kaliber.
Rustig, bedaard en bedachtzaam.
Evenwel, er rust een fatum op zijn spel.
DE PECHVOGEL.
U zou hem ook bijv. de milimetermisser kunnen noemen.
Hij speelt stijlvol en subtiel.
In tegenstelling tot de BEUKER aait hij de ballen.
Dat is dan ook het kenmerk van de goede biljarter.
De ballen hoeven echt niet sneller te rollen dan nodig is.
De PECHVOGEL, alias milimeter misser, zou een beduidend hoger moyenne hebben als hij niet permanent belaagd werd door dat fatum, dat hem constant parten speelt.
Nu weet ik wel dat u en ik in diverse partijen ook wel eens rakelings missen.
Als u denkt dat u daarmee onze PECHVOGEL kunt evenaren, bent u er goed naast.
In de verste verte kunt u niet aan hem tippen !
Het zou interessant zijn om eens wiskundig te berekenen, hoe het komt dat de PECHVOGEL in grote mate de perfectie benadert om op zo’n opmerkelijke wijze zijn caramboles te missen.
Nog interessanter zou het zijn om bijv. een Ceulemans te laten proberen hem na te doen.
Ik denk dat hij het, na het een honderdmaal te hebben geprobeerd, zou opgeven.
Op zichzelf is het dan toch een niet te evenaren prestatie. Alleen, het levert niets op !
U en ik ergeren zich aan zo’n op een millimeter gemiste carambole.
De PECHVOGEL is dat stadium al lang voorbij.
Hij weet dat Vrouwe Fortuna hem reeds lang geleden de rug heeft toegekeerd en is derhalve min of meer een fatalist geworden en berust in zijn lot.
Niettemin blijft hij met volle overgave zijn favoriete sport beoefenen.
Zijn moreel lijdt er niet meer onder.
En dat is een te loven mentaliteit en siert hem.
Zijn maatschappelijke carrière was identiek met zijn huidige hobby.
Toch heeft hij een respectabel niveau bereikt.
Maar net als hij voor een belangrijke promotie stond die hem nog meer aanzien zou geven, werd in die plaats een voor hem volkomen onbekende protégé van de directie benoemd. En zo ging het met alles.
Het zou te ver voeren nog meerdere voorbeelden op dat gebied aan te voeren.
U hoeft beslist geen medelijden met hem te hebben.
Dat zou hij niet willen, want hij is een innemend en beminnelijk mens en heeft altijd troostende woorden over voor een clubvriend, die ook eens een keertje mist !
Zijn lievelingssport was voetballen en hij was een begaafd technicus.
Hij zou reeds lang de topscorerslijst hebben aangevoerd en een miljoenencontract in Italië hebben afgesloten, als hij, voor open doel staande, niet op een haar na miste !
Zoveel mensen, zoveel zinnen. En dat komt tot uiting in de ontelbare karakters.
Tegengestelde en identieke.
Afgezien van kleine nuances, zijn er toch overeenkomsten te vinden.
Wie zou nu de tegenpool zijn van de PECHVOGEL ?
Juist, u heeft het geraden: het is DE MAZZELAAR.
Vrouwe Fortuna is volkomen verknocht aan hem. Zij adoreert en vertroetelt hem.
Het is werkelijk ongeloofwaardig op welke manier de MAZZELAAR scoort.
Moet hij een bal dik raken, doch raakt hem dun, dan weet zijn speelbal op een ondoorgrondelijke wijze toch zijn doel te bereiken.
De klutsen zijn niet van de lucht en brengt zijn bal niet alleen tot scoren, maar veroorzaakt tevens een ideale positie voor de volgende stoot.
De PECHVOGEL staat verbijsterd het schouwspel gade te slaan.
Zoveel geluk kan iemand toch niet hebben ?
Maar de MAZZELAAR heeft het wel ! En hij vindt het heel gewoon.
Als het al te dol wordt, haalt hij zijn schouders op alsof hij daarmee te kennen wil geven: ‘nu ja, iedereen mag op z’n tijd toch wel eens een mazzeltje hebben !”
Hij gaat voorbij aan al die vorige wonderen die hij heeft gewrocht.
Hij weet niet beter. Het is altijd zo geweest.
Als kind al won hij prijzen bij het inzenden van kruiswoordpuzzels.
Uit de duizenden inzendingen werd steevast zijn briefkaart eruit getrokken.
Als jongeman werd hij, evenals de PECHVOGEL, voetballer.
Toen hij eens, vóór het doel staande, zijn voet omhoog bracht om zijn veter wat vaster te trekken, belandde een voorzet precies op de punt van zijn schoen en vloog onhoudbaar het doel in.
Het publiek joelde van verrukking.
Toen hij enkele minuten daarna, een paar onbeheerste bewegingen met zijn hoofd maakte omdat hij door een wesp werd belaagd, kwam de voorzet van de andere kant precies op zijn hoofd terecht en verdween vandaar in de uiterste bovenhoek van het doel. De tribunes waren in alle staten. Wat een spits ! Wat en fenomenale kopstoot.
De talentenjagers op de tribune waren echter niet van gisteren.
Zij zagen dat het allemaal puur mazzel was.
Een miljoenencontract heeft er voor hem nooit in gezeten.
Was dat de enige pech in zijn leven ? Of misschien toch mazzel ?
Zoveel geluk kun je in de voetballerij niet waarmaken.
Een beroep heeft hij nooit gehad
Al vroeg won hij een tonnen prijs in de Staatsloterij.
Hij leefde er jarenlang goed van en deed voor de lol eens mee in de Lotto. Raak !
De hoofdprijs in z’n eentje. In diverse loterijen won hij in de loop der jaren zes auto’s.
Als hobby ging hij biljarten en hoe het hem daarbij vergaat beschreef ik u hierboven.
Iedereen in de club die tegen hem moet spelen, weet van tevoren dat het vechten tegen de bierkaai is.
In de ledenlijst staat hij genoteerd voor een zeer behoorlijk moyenne, want de geluksgodin blijft hem vriendelijk toelachen.
De beschreven types kunt u ergens aan herkennen.
Het volgende type zult u nooit in onze biljartzalen aantreffen.
Hij is mijlenver boven ons verheven.
Hij geeft zich nooit bloot en verraadt zich niet door welke beweging dan ook.
Zijn gelaatsuitdrukking is ondoorgrondelijk.
Het is: DE SFINX
U heeft het natuurlijk al begrepen.
Het is de topsporter, de biljartprof, die grossiert in nationale, Europese en wereldkampioenschappen.
Hij is onberispelijk gekleed, zoals de reglementen voorschrijven.
Hij zou ook niet anders willen. In onze dagelijkse plunje zou hij zich armzalig voelen.
Zijn tenue hoort bij hem.
Hij kijkt onbewogen toe als de caramboles in een vloeiende cadans uit de keu van zijn tegenstander stromen. 350 in één beurt. Een nonchalante massé maakte een einde aan de serie.
De SFINX begeeft zich naar de tafel.
Op onnavolgbare wijze drijft hij de ballen in een serie americain langs de banden het gehele biljart rond. 500, in één beurt uit !
Een handdruk bezegelt de overwinning op zijn rivaal.
Geen enkel emotie op beider gelaat.
De SFINX traint natuurlijk veel en heeft weinig vrije tijd.
In die verloren uurtjes is hij een verwoed pokerspeler.
Vergeleken bij de SFINX c.s. zijn wij, die denken dat zij kunnen biljarten, onbeduidende prutsers.
Zijn niveau bereiken wij nooit meer.
Maar dat is ook niet nodig.
Wij beleven plezier aan ons spel.
Iedere te maken carambole is voor ons een uitdaging.
En wij doen ons best om zo goed mogelijk te spelen.
Dat dat meestal niet lukt, ach, wie zijn wij, dat wij zouden trachten een onmogelijke droom te verwezenlijken !
De SFINX is de laatste in de serie.
Ik heb geobserveerd, toegekeken en mij vermaakt met de opmerkelijke figuren rond de biljarttafel.
Maar wie ben ik ?
Misschien doe ik zelf ook wel raar op een of andere manier.
Misschien ben ik wel een SMOELENTREKKER, als volgend type.
Ik zag echter geen kans om aan een dergelijk type vorm te geven.
Hij geeft zo weinig stof tot beschouwing.
Misschien heeft u uzelf of één van uw clubgenoten herkend.
Want heus, al de door mij beschreven types komen voor.
In elke biljartzaal.
In ieder geval hoop ik dat u zich met mijn pennenvruchten een beetje heeft geamuseerd en niet boos op mij bent als u zelf één van de types blijkt te zijn.
Biljart Wedstrijden
Spelers, ik
geef je een goede raad,
Wees vriendelijk met een lach op je gelaat.
Gaat het soms slecht, doe niet lelijk uit nijd,
Er komt voor jou wel een betere tijd.
Is de arbitrage soms ook eens verkeerd,
Blijf dan rustig alsof 't je niet deert.
Denk aan het spreekwoord in dergelijk geval,
De beste stuurlui staan meestal aan wal.
Is een beslissing nu eenmaal gevallen,
Speel rustig door, laat rollen die ballen.
Je moet hierover niet lang blijven zeuren,
Een dergelijke fout kan jou ook gebeuren.
Speel bij wedstrijden dus rustig je spel,
Het is soms moeilijk, dat weet ik wel.
Doch neem van mij aan, laat mij je raden,
Een weinig toegevendheid zal nimmer je schaden.
VLIEGT DE BILJARTBAL OP DE GROND,
WAS DE STOOT ECHT NIET GEZOND.
ALS JE STOOT MET HET ACHTERSTE VAN DE KEU,
BEN JE HET BILJARTEN WERKELIJK BEU.
WORDT DE WITTE SPEELBAL HEEL SNEL BLAUW,
GEBRUIKT MEN HET KRIJTJE VEEL TE GAUW.
IS DE KEU NIET RECHT MAAR KROM,
VLIEGT DE BAL HET HOEKJE OM.
ZONDER EEN GOEDE POMERANS,
MAAKT ZELFS EEN PERFECTE STOOT GEEN KANS.
OOK CEULEMANS KEEK HEEL ERG VERWONDERD,
VAN MIJN MOYENNE VAN VIERHONDERD.
OOK DE VROUWELIJKE SPEELSTERS MOETEN LEREN,
OM TIJDENS HET BILJARTEN, DE SPEELBAL TE MASSEREN.
GEBRUIK DE KEU EENS RUSTIG AAN,
HET LAKEN IS GEEN BEUGELBAAN.
VERSPREIDE BALLEN OP HET LAKEN,
ZIJN EN BLIJVEN MOEILIJKE ZAKEN.
JE MAG DE BAL MAAR EEN KEER RAKEN,
WIL JE GEEN TOUCHÉ’TJE MAKEN.
Meest irritante opmerking die
u als toeschouwer kunt maken:
“Waarom neem
je hem niet zo…”